Diabetes voor-traject: remgeld wordt overal afgeschaft

Het gaat hier om een nuttig project voor de patiënt dat u zal helpen bij de behandeling van diabetespatiënten. In de context van de meerjarige begrotingsoefening die in 2021 van start ging, werden door de partners van de ziekteverzekering (resp. medicomut, de dentomut en de apothekers) verschillende "zorgdoelstellingen"- of "doelmatige zorg"-fiches ingevoerd. De toegang tot diabeteseducatie en preventieve tandheelkundige zorg is vereenvoudigd.

5 miljoen voor een transversaal project getiteld "Voor-traject voor patiënten met risico op diabetes en follow-up van diabetespatiënten". Dat bedrag voorzag de Algemene Raad voor de begroting 2022. De overheid verwacht dat het aantal patiënten dat een opstarttraject op 177.492 zal liggen. Dat brengt extra kosten met zich mee. De totale impact bedraagt 2.807.445 euro. 

De huisarts en zijn patiënt 

Voor de huisarts zal de vernieuwing van het opstarttraject moeten worden geautomatiseerd (zolang de patiënt nog aan de voorwaarden voldoet). De huisartsen zullen ook worden ondersteund bij het identificeren van diabetespatiënten via tools (audit & feedback en dashboard) die in de context van de conventie zijn ontwikkeld. 

Waar liggen de obstakels? 

De prioriteit ligt in het vergemakkelijken van de zorgtoegang tot het voortraject, waarvan men momenteel te weinig gebruik maakt. In België is er namelijk al een breed scala aan zorg beschikbaar voor diabetici. Ernstigere diabetespatiënten (insulineafhankelijk) worden zeer goed opgevolgd in het zorgpad en de diabetesconventie. Het huidige aanbod bereikt de vroege (niet-insulineafhankelijke) diabetespatiënt echter onvoldoende. Het  voortraject bereikt namelijk te weinig patiënten, met name wegens de administratieve lasten bij de verlenging (vandaar het pleidooi voor  automatische verlenging) en omdat het zorgprotocol onvoldoende in de software is geïmplementeerd.

Het is ook de bedoeling van dit project dat diabeteseducatie toegankelijk wordt voor alle gediagnosticeerde diabetespatiënten, onvoorwaardelijk (behalve dan dat je diabetes type 2 hebt en een gmd en je niet bent opgenomen in een zorgpad of in de diabetesconventie).

De rol van de diabeteseducator wordt versterkt: ten minste één van de 4 educatiesessies moet door een diabeteseducator worden uitgevoerd. "Deze opvoeders zijn zeer belangrijk omdat ze de patiënt stimuleren om zich te houden aan de aanpassing van zijn levensstijl", aldus een deelnemer.

Nog aanstippen dat diabetespatiënten die in het startprogramma zijn opgenomen, worden aangemoedigd (via het wegvallen van het remgeld) om eenmaal per jaar de tandarts te raadplegen.

Huiswerk

In 2023 zet de werkgroep de discussies verder om nog een aantal andere aspecten van het zorgcontinuüm verder uit te werken. Denk bijvoorbeeld aan het diabetespaspoort uit het verleden waarmee diabetespatiënten de ontwikkeling van hun parameters konden volgen. Bedoeling is om via de KU Leuven dat paspoort te digitaliseren. Probleem daarbij is dat een deel van de bevolking moeite heeft met digitalisering en dat het belangrijk is om iedereen aan boord te houden. 

Wat zwangere vrouwen betreft, bevestigde de werkgroep opnieuw dat de behandeling van zwangerschapsdiabetes onder de conventie moet vallen. Aangezien zwangerschapsdiabetes echter een risicofactor is voor de toekomstige ontwikkeling van diabetes type 2, erkent de groep dat verloskundigen een rol kunnen spelen bij de voorlichting van deze vrouwen over een evenwichtige voeding in het eerste jaar na de bevalling. De werkgroep kwam overeen om deze doelgroep niet aan het starters- of voortraject toe te voegen en voor deze groep een aparte en meer gestructureerde aanpak te volgen. Misschien geschoeid op de leest van "Zoet zwanger" voor de follow-up na de zwangerschap. 

Nog een reflectiepunt is  het tekort aan diabetesvoorlichters. Deze opleiders lijken hun praktijk op te geven vanwege de lage verloning. 

Ook zou de digitalisering van het protocol in het medisch dossier een waardevol hulpmiddel zijn voor de huisartsen. 

Wat de evaluatie van het project betreft, moet de werkgroep nog nagaan welke indicatoren men zal gebruiken. Enkele leden van de werkgroep wezen erop dat het diabetesverdrag wel voorziet in psychologische ondersteuning en dat het wellicht verstandig is te overwegen om dit aan het opstarttraject toe te voegen.

De vertegenwoordigers van de verloskundigen uitten de wens om deel te kunnen nemen aan de opleiding van diabetesopvoeders.

> Extra geld voor project 'zoet zwanger'

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.