Een analyse van de DNA-structuur van de placenta kan aangeven of een vrouw een hoger risico heeft op zwangerschapsvergiftiging. Dat hebben onderzoekers van de KU Leuven ontdekt. Het risico op een ernstige vergiftiging tijdens de zwangerschap kan op die manier sterk verminderd worden. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Medicine.

Zwangerschapsvergiftiging of pre-eclampsie is een ernstige complicatie die bij 1 op de 40 zwangerschappen voorkomt. Kenmerkend bij de ziekte is de hoge bloeddruk van de moeder, die kan leiden tot schade aan meerdere organen en in uitzonderlijke gevallen tot het overlijden van de moeder of het kind. 

Om dit te voorkomen en de bloeddruk weer te doen dalen, schiet het inleiden van de bevalling vaak als enige optie over. Bij 1 op de 8 gevallen treedt zwangerschapsvergiftiging op ussen 20 en 34 weken van de zwangerschap, waardoor baby's vroegtijdig geboren moeten worden, en daardoor ernstige complicaties kunnen ontwikkelen. 

Placenta

Omdat de precieze oorzaak van zwangerschapsvergiftiging nog niet bekend is, is het niet eenvoudig om risicopatiënten te identificeren. Hierdoor zijn screenings op dit moment vaak onbetrouwbaar of complex en tijdrovend. Wel is bekend dat de placenta een belangrijke rol speelt. Daarom vergeleken onderzoekers van de KU Leuven, onder leiding van professor Bernard Thienpont, de structuur van het DNA van de placenta bij 498 vrouwen zonder en met vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging. 

"Het is normaal dat de structuur van het DNA van de placenta gedurende de zwangerschap verandert, een proces dat gedreven wordt door 'DNA-methylering'", vertelt professor Thienpont. "Maar we zien een ander patroon in die DNA-methylering bij vrouwen die vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging ontwikkelen. Het mechanisme achter dit verschil is nog niet bekend, maar het laat ons nu al wel toe om vrouwen met een verhoogd risico te identificeren. Zo kunnen we hen behandelen nog voordat symptomen opduiken."

De meest doeltreffende behandeling om ernstige zwangerschapsvergiftiging te voorkomen, is aspirine. Het medicijn vermindert het risico met 60 tot 80 procent. Door de aspirine ontstaat een eventuele zwangerschapsvergiftiging pas later tijdens de zwangerschap, waardoor een mogelijke vroegtijdige bevalling uitgesteld wordt. Dat kan een groot verschil betekenen voor de ontwikkeling en de gezondheid van een baby. "Aspirine preventief innemen tijdens elke zwangerschap als voorzorgsmiddel tegen zwangerschapsvergiftiging, is echter niet wenselijk", zeggen de onderzoekers. 

De DNA-analyse kan via een eenvoudige bloedafname rond de twaalfde week van de zwangerschap gebeuren. Op dat moment gebeurt in ons land ook al vaak de NIP-test, die ook via een bloedtest verloopt. De nieuwe DNA-analyse zou op termijn dus gelijktijdig met de NIP-test kunnen gebeuren, zonder dat er extra staalnames of cellen van de placenta nodig zijn.