Dr. Emonts: “Artsen moeten hecht front vormen tegen aanvallen vanuit politiek”

In de laatste rechte lijn van de voorzittersverkiezingen van Bvas-ABSyM, die op 24 mei plaatsvinden, onthult Dr. Patrick Emonts (1) zijn motivatie en zijn sterke betrokkenheid bij zijn kandidatuur voor het voorzitterschap van het artsensyndicaat.

Wordt u de toekomstige voorzitter van de Bvas-ABSyM?
"Bvas kiest op 24 mei een nieuwe voorzitter. Ik vind dat we dit op de juiste manier moeten doen. We leven in een democratie. 
Dr. Gilbert Bejjani stelt zich ook kandidaat. Na de verkiezingen moeten we zowel intern als tussen de artsen onderling tot eenheid komen, want op dit moment profiteren sommige politici van elke vorm van verdeeldheid tussen ons."

Hoe ziet u de rol van een vakbondsvoorzitter vandaag?
De voorzitter is de dirigent. Hij moet op elk niveau taken delegeren en vertrouwen op ieders competenties. Hij moet verenigen in plaats van verdelen.

Zijn artsensyndicaten nog nuttig? Sommigen twijfelen daaraan...
We bevinden ons in een zeer moeilijke periode voor de beroepsverdediging. We moeten solidair en coherent zijn. Alle Kamers moeten samenwerken. Dat is onze enige kans om iets constructiefs te bereiken. Ik ben een ondernemer die wil bouwen. Ik heb het Collège des gynécologues francophone de Belgique geleid. Deze vzw bestond uit verschillende stromingen en had contacten met alle specialismen, inclusief de huisartsgeneeskunde. Verbinden ligt me echt na aan het hart... door naar iedereen te luisteren.
Minister Vandenbroucke wekt niet de indruk dat hij via overleg naar antwoorden op de huidige uitdagingen zoekt...
Dat is misschien het verschil tussen de minister en mij. Ik leg niets op zonder voorafgaand constructief overleg. Ik luister veel, ik breng mensen bij elkaar. Er staat momenteel te veel op het spel om interne strijd te beginnen, dat heeft absoluut geen zin en verzwakt ons volledig.

Hoe kunt u als voorzitter op dezelfde manier dicht bij de bekommernissen van geriaters en chirurgen staan? Ze hebben niet dezelfde praktijk, noch hetzelfde inkomen...
De Bvas-voorzitter, toch het grootste syndicaat van België, moet juist rekening houden met alle bijzonderheden van elk van de disciplines, inclusief de huisartsgeneeskunde.  Ik ben een man van de praktijk, ik ben zelfstandig arts geweest en was daarna arts in loondienst bij een universitair en academisch ziekenhuis. Aan het begin van mijn carrière heb ik ook huisartsenwachtdiensten gedaan. Door deze lange en gevarieerde ervaring heb ik een breed beeld van de geneeskunde.

Waar komt de huidige onvrede tussen een deel van de bevolking en artsen vandaan?
Die komt vooral voort uit een boodschap die bepaalde politici graag uitdragen. Een boodschap die echt ontkracht moet worden:  “Artsen verdienen veel geld”.  Vanuit dit beeld vallen deze politici, onder wie de minister, de medische wereld aan en willen ze haar het hele gewicht van de noodzakelijke bezuinigingen opleggen. Ik ken echter huisartsen en specialisten die moeite hebben om rond te komen. De nomenclatuurhervorming zou de waarde van intellectuele arbeid weer in evenwicht moeten brengen. Maar de werkzaamheden zijn nog in volle gang en hoewel we aanwezig zijn bij de medicomut, hebben we slechts een vaag idee van de inhoud van deze hervorming. We moeten waakzaam blijven.

Verwacht u nog steeds een betere waardering van intellectuele arbeid?
Die wordt nog steeds extreem slecht betaald. Er moet een herwaardering komen om tot een vergoeding te raken die in verhouding staat tot de inspanningen, de studies en de verantwoordelijkheden. Anders zal de compensatie naar het volume en naar een ongepast aantal technische handelingen gaan.

En de kwestie van het remgeld?
Er werd een verhoging van één euro gevraagd, wat het budget voor de gezondheidszorg in evenwicht zou brengen en de patiënt meer verantwoordelijkheid zou geven. De minister zei: “Geen sprake van”, waarschijnlijk om ideologische redenen.

Hoe zit het met de druk om het akkoord op te zeggen?
U weet dat de minister besloot om partiële deconventionering af te schaffen en dat hij sancties wil opleggen aan artsen die uit het akkoord stappen. Dat is een verschuiving naar staatsgeneeskunde, en we hebben in Engeland gezien dat een dergelijke koers op een mislukking uitloopt. Als niet 60% van de artsen zich aan de overeenkomst houdt, bestaat de overeenkomst wettelijk niet. Dit akkoord  moet dus aantrekkelijk worden gemaakt. Maar geen beperkende conventie en vooral geen conventie die, naar mijn mening, afhankelijk is van de macht. Als de minister zegt dat hij wil dat beroepsorganisaties worden gefinancierd op basis van hun betrokkenheid bij de conventie, wil hij de vakbond dwingen zich aan te passen aan het regeringsbeleid. In elke democratie is er een tegenmacht nodig die uiteraard op een respectabele manier moet functioneren.  Doel is om op basis van een bepaalde ethiek te kunnen discussiëren. Momenteel hebben we niet het gevoel dat er sprake is van een partnerschap met de minister.

Jaagt hij artsen weg met deze houding?
Hij verarmt de geneeskunde en ondermijnt de motivatie. Elke dag hoor ik mensen uit de praktijk zeggen: “Ik zoek een plan B voor de geneeskunde”, ongeacht hun specialisme.

> Het volledige interview leest u in De Specialist 236.
> 'Methode Vandenbroucke' berust op conflict en wantrouwen (Irina De Knop)

(1) gynaecoloog, voormalig hoogleraar verloskunde aan de ULiège, lid directiecomité Bvas-AbSyM en van het Verbond van Belgische beroepsverenigingen van Artsen-Specialisten (VBS), bestuurder van de Beroepsvereniging van Belgische Verloskundigen en Gynaecologen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.