Koningin Mathilde heeft een bezoek gebracht aan een symposium van KU Leuven over onderzoek naar kankerbehandelingen tijdens een zwangerschap, en de impact daarvan op de ongeboren baby. Het fonds dat het onderzoek financiert, bestaat dit jaar 20 jaar.
Monika Tomcuk getuigde op het symposium dat ze ontdekte dat ze aan kanker leed toen ze 13 weken zwanger was. De dokters raadden haar aan om haar zwangerschap te onderbreken en met de behandeling te starten. "Maar dat wilde ik helemaal niet", zei Tomcuk. "Ik had een bijzonder grote kinderwens: ik wou mijn baby niet afgeven. Nu, 21 jaar later, is mijn zoon kerngezond."
Op het moment dat Tomcuk haar beslissing nam, was er nog zo goed als geen onderzoek verricht naar de impact van chemo op de ongeboren baby. Dankzij Tomcuks situatie is dat onderzoek in een stroomversnelling gekomen in België. Sinds 2005 bestaat het fonds 'Onderzoek naar Kanker en Zwangerschap'.
Chemo
Uit de studies van de afgelopen jaren is gebleken dat een chemobehandeling tijdens een zwangerschap over het algemeen veilig is. De cognitieve capaciteiten van baby's van wie de moeder chemotherapie heeft gekregen, zijn dezelfde als die van een baby wiens moeder geen chemobehandeling heeft gehad.
"De groei van de baby kan wel trager gaan door chemo", nuanceert gynaecologisch oncoloog Frédéric Amant. "Daar moeten we wel op letten. Maar chemotherapie geeft geen aangeboren afwijkingen bij de baby, niet meer of niet minder dan bij de algemene bevolking."
In Leuven worden op dit moment 254 kinderen opgevolgd van wie de moeder therapie heeft gekregen tijdens de zwangerschap. Exacte cijfers over het totaal aantal behandelde vrouwen de afgelopen 20 jaar zijn er niet, maar Amant schat dat er elk jaar zo'n 20 moeders behandeld worden in Leuven. In heel België zijn er naar schatting 40 à 50 vrouwen per jaar die kanker krijgen -of gediagnosticeerd worden met kanker- tijdens hun zwangerschap.
"We weten dat er per jaar ongeveer 108.000 bevallingen zijn in België, en dat kanker voorkomt bij ongeveer 1 op 2.500 zwangerschappen. Zo komen we aan een 40 à 50 gevallen per jaar", vertelt Amant. "Op zich is dat jaarlijks niet zo veel, maar als je het over een lange termijn bekijkt, is dat wel een significante groep van mensen die we kunnen helpen."
Koningin Mathilde volgde het symposium vanop de eerste rij. Het was al de derde keer dat ze de onderzoekers ontmoette en de verhalen van sommige vrouwen hoorde. "De belangrijkste persoon in dit land geeft aandacht aan dit onderzoek en aan ons. Zij is ook een moeder, en een rolmodel voor ons. Dat is heel fijn", besloot Tomcuk.
Foto (c) KU Leuven, Filip Van Loock