Mahdi voorziet jaarlijks 160.000 euro voor strijd tegen genitale verminking

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) zorgt voor structurele middelen in de strijd tegen genitale verminking. Dat meldde hij zaterdag op de internationale dag tegen genitale verminking. Jaarlijks zal er om en bij de 160.000 euro worden voorzien voor sensibilisering en vorming in de opvangcentra.

Mahdi kondigde in zijn beleidsnota aan dat er bij de opvang van asielzoekers een bijkomende aandacht zou gaan naar kwetsbare groepen. Slachtoffers van genitale verminking worden in de opvangwet uitdrukkelijk als kwetsbare personen vermeld. Volgens onderzoek loopt 23 procent van asielzoekende meisjes het risico op een genitale verminking.

Fedasil werkte tot nog toe op projectmatige basis samen met GAMS België, een vzw die streeft naar de afschaffing van vrouwelijke genitale verminking in België en in de rest van de wereld. In samenwerking met GAMS kregen referentiepersonen in de asielcentra al een vorming rond gendergerelateerd geweld. Ook zijn er fiches gemaakt die nog in gebruik moeten genomen worden in de asielcentra. Met deze structurele middelen kunnen er opnieuw vormingen doorgaan. Daarnaast is een goede voorlichting noodzakelijk bij mensen die hier toekomen uit bepaalde landen.

"We moeten er alles aan doen om meisjes en vrouwen te beschermen. Een genitale verminking tast hun lichaam aan en het is in geen geval een vrije keuze van die meisjes en vrouwen. Een duurzame werking bouw je uit met middelen waar je jaarlijks zeker van bent", aldus Mahdi in het persbericht. "Ik heb dan ook geen seconde getwijfeld om een deel van het geld dat mij is toegewezen hier aan te besteden."

De vrijgemaakte middelen kaderen in de begrotingsinjectie die binnen het kader van het regeerakkoord zijn toegewezen aan het departement asiel en migratie om nieuw beleid te voeren.

Mahdi's partijgenote Els Van Hoof lanceert zaterdag bovendien een nieuw voorstel om slachtoffers van vrouwenbesnijdenis beter te begeleiden. In een resolutie vraagt ze de federale regering om het aantal referentiecentra voor genitale verminking uit te breiden naar Antwerpen, Leuven, Charleroi, Roeselare en Luik. Momenteel zijn er zo'n centra in Brussel en Gent. Ook stelt ze voor hun werking te integreren met die van de Zorgcentra na Seksueel Geweld en om het psychosociale en medisch-seksuologische luik van de referentiecentra uit te breiden. Ze vraagt ook om in te zetten op een betere registratie en opleiding van zorgpersoneel rond het omgaan met slachtoffers van genitale verminking in de materniteiten van ziekenhuizen

Volgens cijfers die werden vrijgegeven door minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke en staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Sarah Schlitz woonden er in 2018, het laatste jaar waarvoor er cijfers beschikbaar zijn, 17.575 vrouwen en meisjes in België die reeds besneden werden en liepen er 8.342 een risico op besnijdenis. De slachtoffers van vrouwelijke genitale verminking wonen hoofdzakelijk in de steden Brussel, Antwerpen en Luik.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.